Meters Buutenspel: Het catenaccio van de 70’s

In de rubriek ‘Meters Buutenspel’ behandelt Gerjos Weelink feitjes uit de voetbalgeschiedenis van CSV’28. Van voor de oorlog, tot het huidige seizoen. De rubriektitel is gebaseerd op het in 1983 verschenen boek ‘Meters Buutenspel! of Voetballers zijn moordgozers. Voetbal in Zwolle van 1893 tot 1983’, van de in 2012 overleden voetbalstatisticus Gerard Schutte.

Deel 4: CSV’28 en het catenaccio (?) van de jaren zeventig

In de jaren zestig behaalde de Argentijnse trainer Helenio Herrera aansprekende resultaten met het defensieve catenacciovoetbal. Met zijn ploeg Internazionale won hij er in zowel 1965 als 1966 de Europa Cup I mee. Dat het catenaccio bij lange na niet perfect was, bewees Rinus Michels. Met Ajax versloeg Michels in de Europacup I-finale van 1972 datzelfde Internazionale met 2-0, dankzij goals van niemand minder dan Johan Cruyff. Ook in 1971 en 1973 schreef Ajax met aanvallend voetbal het toernooi op haar naam.

In diezelfde jaren zeventig bewees CSV’28 echter, dat het spelen met een solide verdediging óók in het amateurvoetbal resultaten oplevert. De oranjehemden werden in 1970/1971 kampioen van de Vierde klasse en in 1975/1976 kampioen van de Derde klasse. En toeval of niet, nog nooit was het gemiddelde aantal tegendoelpunten per wedstrijd zó laag als in deze twee seizoenen. Kijkend naar de hele geschiedenis van CSV’28 van 1928 tot nu, valt op dat de vijf seizoenen waarin men gemiddeld de minste tegengoals per wedstrijd kreeg, allemaal in de jaren zeventig plaatsvonden.

De voorbije seizoenen kende CSV’28 jaarlijks jongens die meer dan 20 goals wisten te maken. Maar om hoog te eindigen, is dat blijkbaar geen noodzaak. Ook een goede verdediging zorgt voor succes, dat hebben de zeventiger jaren duidelijk bewezen.

* De vijf seizoenen waarin CSV’28 gemiddeld het minste aantal doelpunten per wedstrijd tegen kreeg

Bronvermelding foto: CSV’28 Jubileumboek 1928-1978
Bijschrift foto: CSV’28 wordt in 1975/1976 kampioen van de Derde klasse